De WW-premie levert je geld op!
Wil jij geld verdienen met de WW-premie? Pas dan de nieuwe regelgeving op de juiste manier toe. Hierdoor kan je veel geld besparen. De berekening van het premiepercentage voor de Werkloosheidswet (WW) is met invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (Wab) per 1 januari 2020 gewijzigd. De hoogte van de premie is niet langer afhankelijk van de mate van werkloosheid in de sector. De hoogte is nu afhankelijk van de aard van de arbeidsovereenkomst. Dit kan voor jouw onderneming een stuk goedkoper, maar ook veel duurder uitpakken. Wil je kosten kunnen besparen? Lees dan onderstaand artikel, waarin wordt uitgelegd wat de nieuwe eisen zijn en hoe je in de kosten kunt besparen.
Advies
Het advies is om jouw werknemersbestand te (laten) inventariseren. Het verschil in premie is namelijk 5 procent. Dit betekent dat als je een werknemer in dienst hebt met een bruto maandsalaris van € 2.000,-, het verschil tussen de kosten van een lage of hoge premie (incl. vakantiegeld) maar liefst € 1.296 per jaar bedraagt! Hier kan je dus een flinke besparing op maken. Zorg ervoor dat de arbeidsovereenkomsten van jouw werknemers in orde zijn. Wij kunnen je hierbij helpen door de arbeidsovereenkomsten van alle werknemers te controleren en je hierover te adviseren!
De lage WW-premie
Met de invoering van de Wab gelden 2 verschillende WW-premiepercentages. De hoge van 7,94% en de lage premie van 2,94%. Om voor de lage WW-premie in aanmerking te komen, moet de arbeidsovereenkomst voldoen aan al deze voorwaarden:
- De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd;
- De arbeidsovereenkomst is schriftelijk vastgelegd;
- Het aantal uren in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd;
- Beide partijen hebben de arbeidsovereenkomst ondertekend en de arbeidsovereenkomst is voorzien van een dagtekening;
- Als laatste voorwaarde mag de arbeidsovereenkomst geen oproepovereenkomst betreffen.
De hoge WW-premie
Als niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, geldt de hoge WW-premie. Dit is onder andere het geval bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, arbeidsovereenkomsten die niet schriftelijk zijn vastgelegd, uitzendkrachten met een uitzendbeding of oproepovereenkomsten (denk aan nul-urencontracten en min-max-contracten). In de praktijk speelt met name dat oude overeenkomsten van rechtswege zijn overgegaan in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Deze overgang is vaak niet schriftelijk vastgelegd. Een werkgever betaalt in dat geval onnodig de hoge WW-premie óf pleegt onwetend fraude.
Uitzonderingsgevallen
Er zijn 3 situaties waarin je altijd de lage WW-premie mag doorvoeren:
- Er is sprake van een BBL-leerling met een ondertekende praktijkovereenkomst;
- De arbeidsovereenkomst is gesloten met een werknemer jonger dan 21 jaar die maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van 4 weken of 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand verloond heeft gekregen;
- Een werknemer ontvangt een uitkering op grond van de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO).
Herziening WW-premie
In de volgende twee situaties moet de lage premie worden herzien naar de hoge premie:
- De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt binnen 2 maanden (proeftijd) na aanvang beëindigd;
- Een werknemer krijgt binnen een kalenderjaar 30% of meer uren verloond dan contractueel is overeengekomen voor dat jaar. Let op: deze bepaling is niet van toepassing op dienstbetrekkingen waarbij in het vaste contract 35 uur arbeid of meer per week is overeengekomen.
Werkgever verantwoordelijk
Als werkgever zijnde ben je verantwoordelijk voor het met terugwerkende kracht afdragen van de hoge premie. Dat betekent dat je verplicht bent om zélf de ingediende loonaangiften te herzien, door middel van correctieberichten. Doe je dat niet, dan kan de Belastingdienst jou verzoeken om correctieberichten in te dienen. Weiger je dit als werkgever, dan heft de Belastingdienst het verschil tussen de lage en hoge premie na door middel van een naheffingsaanslag. Bovendien kan de Belastingdienst voor het niet indienen van een correctiebericht een boete opleggen.
Vermelding op de loonstrook
Per 1 januari 2020 moet de loonstrook ook aan nieuwe voorwaarden voldoen. Zo moet de volgende informatie uit de loonstrook volgen:
- De aard van de arbeidsovereenkomst (bepaald/onbepaald);
- Het aantal contracturen;
- Of er sprake is van een oproepovereenkomst;
- Of de arbeidsovereenkomst schriftelijk is vastgelegd.
Deze nieuwe vermeldingen moeten ervoor zorgen dat de aard van de arbeidsovereenkomst zichtbaar is voor de werknemer. Daarnaast wordt bevorderd dat de juiste premie gehanteerd én gehandhaafd wordt.
Handhaving en sancties
Het UWV en de Belastingdienst zullen toezien op fraude van een te lage premieafdracht. Met name de loonstrook speelt daarin een belangrijke rol, maar het UWV en de Belastingdienst kunnen meer gegevens uitwisselen. Als de Belastingdienst kan aantonen dat sprake is van grove schuld of opzet, dan kan aan de werkgever een vergrijpboete worden opgelegd. In geval van grove schuld kan een boete worden opgelegd van 25%; in geval van opzet is een boete van 50% van de niet of niet-tijdig betaalde premie mogelijk. Bij overtredingen met straf verzwarende omstandigheden, zoals recidive bij opzet, kan de boete worden verdubbeld tot maximaal 100%. Ook kan, in afstemming met het Openbaar Ministerie, worden overgegaan tot strafvervolging.
Tot slot
De nieuwe regels rondom de WW-premiedifferentiatie hebben ervoor gezorgd dat werkgevers er een nieuwe administratieve last bij hebben gekregen. Dit geldt zowel voor het op orde hebben van de arbeidsovereenkomsten als voor de loonstroken. Als werkgever dien je maandelijks aanpassingen door te voeren, indien er sprake is van wijzigingen in arbeidsovereenkomsten of verloning. Wij nemen dit graag voor jou uit handen en voorzien je graag van een passend advies, zodat jij je kunt richten op jouw ondernemerschap en jij niet voor onaangename verrassingen komt te staan!